Muizen hebben weinig nodig maar laten veel achter

Voor een muis is een kruimel voldoende. Eén restje etenswaar, een onzorgvuldig afgesloten verpakking of een lekke vuilniszak kan al een aanleiding zijn om ergens te blijven. Wat klein lijkt, blijkt in praktijk vaak de start van een hardnekkig probleem.

Muizen zoeken geen overlast. Ze zoeken schuilplaatsen, voedsel en rust. En zodra ze die vinden, blijven ze. Daar bouwen ze nesten, markeren ze looppaden met geursporen, en besmetten ze oppervlakken met urine, speeksel en uitwerpselen.

In professionele omgevingen van bedrijfsruimtes tot instellingen is dat geen esthetisch probleem, maar een reëel bedrijfsrisico.

Hygiëne is vaak het eerste én laatste controlepunt

Muizen knagen, besmetten en verspreiden zich. Maar ze worden meestal pas opgemerkt als het al zover is. Daarom is goede hygiëne niet alleen een kwestie van netheid. Het is de enige manier om risico’s te beperken voordat er een plaag ontstaat.

Open voedselverpakkingen, kruimels in laden, vetresten achter apparatuur, volle afvalcontainers of onopgemerkte morsplekken zijn stuk voor stuk aanknopingspunten voor muizen. En ze hebben er maar één nodig.

In ruimtes waar eten bereid, opgeslagen of geconsumeerd wordt, is structurele hygiëne daarom essentieel. Niet als reactie, maar als onderdeel van risicobeheersing.

Wat muizen aantrekken, laat zich vaak eenvoudig voorkomen

Veel besmettingsbronnen zijn niet spectaculair. Het gaat om achterblijvende resten in afvalbakken, niet-afgesloten containers, lekkende leidingen, vergeten opslag of slecht schoongemaakte plinten en hoeken.

Wat daar ontbreekt is geen intentie, maar aandacht:

• Is de reiniging afgestemd op het gebruik?
• Wordt er dagelijks gecontroleerd op voedselresten?
• Zijn schappen, keukens of containers ‘visueel schoon’ maar technisch aantrekkelijk?
• Is er consistent toezicht in avonduren, weekenden of bij tijdelijk gebruik?

Juist hier ontstaan risico’s die op papier beheersbaar zijn, maar in praktijk over het hoofd worden gezien.

Wat u niet ziet, telt voor muizen net zo hard mee

Hygiëne gaat verder dan wat zichtbaar schoon is. In veel panden blijven restvervuilingen achter op plekken waar nooit gekeken wordt:

• Achter loszittende plinten
• Onder vaste apparatuur
• In technische ruimtes met organisch afval (bijv. vetputten, afzuiging)
• Tussen wanden of plafonds waar ooit een lekkage zat

Voor mensen nauwelijks merkbaar. Voor muizen voldoende om te blijven.

Daarom is ongediertepreventie niet alleen een zaak van wering of bestrijding, maar ook van protocollen en dagelijkse hygiëne. Zicht houden op de plekken waar niemand kijkt.

Meer weten?

Denkt u dat de hygiëne op orde is, maar blijft er overlast bestaan? Dan wordt er toch iets over het hoofd gezien. Wij kunnen helpen beoordelen waar muizen op afkomen en wat het vraagt om die oorzaak weg te nemen.

Vraag een inspectie aan via ons formulier. Dan maken wij een plaagdier risico inventarisatie.

structureel problemen te voorkomen? Denk aan: